Frans : Nederlands een politieagent = un agent de police een arm = un bras een vrachtwagen = un camion een dokter = un docteur een knie = un genou een been = une jambe een hand = une main een dokter = un médecin een geneesmiddel = un médicament een minuut = une minute aankomen = arriver vertellen = raconter plooien = plier gelukkig = heureusement langzaam = lentement ergens = quelque part