aantrekkingsfactoren=Factoren die een plaats aantrekkelijk maken om ernaartoe te gaan.
afstotingsfactoren=Factoren die ervoor zorgen dat een migrant uit een gebied wil vertrekken.
arbeidsmigrant=lemand die vanwege werk ergens naartoe verhuist.
bevolkingsdiagram=Een grafiek waarin je de leeftijdsopbouw van de bevolking van een gebied kunt aflezen.
bevolkingsspreiding=De verdeling van de bevolking over een gebied of land.
binnenlandse migratie=Migratie binnen de grenzen van een land.
buitenlandse migratie=Migratie naar of vanuit het buitenland.
cultuur=Allerlei kenmerken zoals opvattingen en gewoonten van een groep mensen, waarmee deze groep zich van andere groepen mensen onderscheidt.
demografische druk=De verhouding tussen de productieve leeftijdsgroep (20-65 jaar) en de niet-productieve groepen (0-19 jaar en ouder dan 65 jaar).
demografisch transitiemodel=Het patroon in de bevolkingsgroei in vier fasen: van een situatie van hoge geboorte- en sterftecijfers naar een situatie van lage geboorte- en sterftecijfers.
dichtbevolkt=Een gebied met een hoge bevolkingsdichtheid.
dunbevolkt=Een gebied met een lage bevolkingsdichtheid.
emigratie=Verhuizen naar het buitenland om er te gaan wonen.
geboortecijfer=Het aantal levendgeborenen per 1.000 mensen per jaar.
geboorteoverschot=Er worden meer mensen geboren dan er sterven.
identiteit=De cultuurkenmerken waarmee iemand zich onderscheidt van anderen.
immigratie=Je komt vanuit het buitenland een land binnen om er te gaan wonen.
integratie=De opname van bevolkingsgroepen met eigen culturele kenmerken in een samenleving.
migratie=Verhuizen naar een andere woonplaats.
multiculturele samenleving=Een land waarin groepen mensen met verschillende culturen wonen.
natuurlijke bevolkingsgroei=De verandering van het aantal inwoners in een gebied door geboorte en sterfte.
remigratie=Terugkeren naar het land van herkomst.
sociale bevolkingsgroei=De verandering van het aantal mensen in een gebied door migratie.
sterftecijfer=Het aantal sterfgevallen per 1.000 mensen per jaar.
sterfteoverschot=Er sterven meer mensen dan er geboren worden.
vergrijzing=In de leeftijdsopbouw van de bevolking neemt het aantal ouderen toe.
vluchteling=lemand die uit het eigen land vlucht, omdat het er niet veilig is.