das Bein die Beine das Fell
das Maul das Ohr die Ohren
der Schnabel der Schwanz die Nase
die Pfote die Pfoten die Federn
der Zahn die Zähne der Kopf
der Hals erzählen fressen
füttern krank kratzen
leicht ob niedlig / süß
schwer sehr spazieren gehen
de vacht de benen het been
de oren het oor de bek
de neus de staart de snavel
de veren de poten de poot
de kop / het hoofd de tanden De tand
eten (bij dieren) vertellen de hals / de nek
krabben ziek voeren
schattig of (inleiding bijzin) licht (gewicht)
wandelen heel / erg zwaar (gewicht)
streicheln traurig versorgen
weich wieder der Tierartzt
der Tierpark

der Zoo / der Tierpark

der Bauernhof der Tierschutz
der Zoo

der Zoo / der Tierpark

die Aufmerksamkeit
verzorgen treurig / verdrietig aaien
de dierenarts weer zacht
de dierenbescherming de boerderij de dierentuin

de dierentuin

de aandacht / de oplettendheid de dierentuin

de dierentuin