aussehen begrüßen enttäuschen
erwarten sich freuen auf (+ 4e naamval) gehören zu
treffen sich trennen sich verhalten
vorschlagen umgehen mit allein(e)
gemeinsam / zusammen ehrlich endgültig
ernst froh hübsch
leider miteinander nett
persönlich treu vernünftig
verrückt zuverlässig ein Geheimnis teilen
teleurstellen (be)groeten / welkom heten eruitzien
horen bij zich verheugen op verwachten
zich gedragen scheiden / uit elkaar gaan ontmoeten
alleen omgaan met voorstellen (een voorstel doen)
definitief eerlijk samen
knap (van uiterlijk) blij serieus
aardig met elkaar helaas
verstandig trouw persoonlijk
een geheim delen betrouwbaar gek
Respekt haben vor (+ 3e naamval) verabredet sein warten auf (+ 4e naamval)
sich lieben sich mögen die Beziehung
die Beziehungen die Clique die Freundschaft
der Kontakt die Kontakte der Streit
die Verabredung
wachten op een afspraak hebben respect hebben voor
de relatie elkaar mogen van elkaar houden
de vriendschap de vriendengroep de relaties
de ruzie de contacten het contact
de afspraak