NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
TrabiTour
havo-vwo 3e editie
3 hv
Textbuch E, Kapitel 14.A
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
anhalten
=
stoppen
ausrutschen
=
uitglijden
eislaufen
=
schaatsen
gefährden
=
in gevaar brengen
schieben
=
duwen
Ski fahren
=
skiën
snowboarden / Snowboard fahren
=
snowboarden
ziehen
=
trekken
hinten
=
achteraan
oben
=
bovenaan
schrecklich
=
verschrikkelijk
sicher
=
veilig
unten
=
beneden
vorn(e)
=
vooraan
auf eigene Faust
=
op eigen houtje
außerhalb der Skipisten
=
buiten de skipistes
den Berg runterfahren
=
de berg af skiën
im Tal
=
in het dal
in den Bergen
=
in de bergen
an einem Skikurs teilnehmen
=
een skicursus volgen
in den Winterurlaub fahren
=
op wintersport gaan
mit meinem Bruder
=
met mijn broer
mit meiner Schwester
=
met mijn zus
Er macht Langlauf.
=
Hij doet aan langlaufen.
die Abfahrt
=
de afdaling
der Berg
=
de berg
die Berge
=
de bergen
die Gefahr
=
het gevaar
die Gefahren
=
de gevaren
der Hang
=
de helling
die Kondition
=
de conditie
die Lawine
=
de lawine
die Natur
=
de natuur
der Schlittschuh
=
de schaats
die Schlittschuhe
=
de schaatsen
die Seilbahn
=
de kabelbaan
der Sessellift
=
de stoeltjeslift
die Sicherheit
=
de veiligheid
der Ski
=
de ski
die Skier
=
de ski's
der Skifahrer
=
de skiër
die Skifahrer
=
de skiërs
der Skipass
=
de skipas
die Skipiste
=
de skipiste