Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • als = toen
  • damit = daarmee
  • früher = vroeger
  • gerne = graag
  • glücklicherweise = gelukkig
  • in Bezug auf = met betrekking tot
  • manches = menig
  • nicht nur = niet alleen
  • regelmäßig = regelmatig
  • schon = al
  • selbst = zelf
  • so = op die manier / zo
  • sondern auch = maar ook
  • wieder = weer