Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • das Fest = het feest
  • der Feiertag = de feestdag
  • der Geburtstag = de verjaardag
  • der Montag = maandag
  • der Dienstag = dinsdag
  • der Mittwoch = woensdag
  • der Donnerstag = donderdag
  • der Freitag = vrijdag
  • der Samstag = zaterdag
  • der Sonntag = zondag
  • das Geschenk = het cadeau
  • Silvester = Oud en Nieuw
  • Ostern = Pasen
  • Weihnachten = kerst
  • der Karneval = carnaval