Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Ball = de bal
  • der Sport = de sport
  • der Punkt = het punt
  • der Spieler = de speler
  • das Feld = het veld
  • die Tribüne = de tribune
  • das Tor = het doel(punt)
  • die Zuschauer = de toeschouwers
  • spielen = spelen
  • Sport machen = aan sport doen
  • Fußball spielen = voetballen
  • Tennis spielen = tennissen
  • Schwimmen = zwemmen