Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Tisch = de tafel
  • der Stuhl = de stoel
  • der Fernseher = de televisie
  • der Schrank = de kast
  • die Lampe = de lamp
  • die Uhr = de klok
  • die Pflanze = de plant
  • das Gemälde = het schilderij
  • der Kühlschrank = de koelkast
  • das Bett = het bed
  • stehen = staan
  • hängen = hangen