NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
TrabiTour
vwo 3e editie
1 vwo
Textbuch B, Kapitel 5.A
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
einfach
=
makkelijk / eenvoudig
früh
=
vroeg
falsch
=
fout
richtig
=
juist / correct
schwierig / schwer
=
moeilijk
beginnen
=
beginnen
dauern
=
duren
erklären
=
uitleggen
lernen
=
leren
lesen
=
lezen
rechnen
=
rekenen
schreiben
=
schrijven
(die Schule) schwänzen
=
spijbelen
spicken
=
spieken
vergessen
=
vergeten
verstehen
=
verstaan / begrijpen
die Schule
=
de school
die Schulen
=
de scholen
die Grundschule
=
de basisschool
die Realschule
=
de havo-school
die Hauptschule
=
de vmbo-school
die Sekundarschule
=
de vmbo / havo-school
das Gymnasium
=
de vwo-school / het gymnasium
der Schüler
=
de leerling
die Schüler
=
de leerlingen
die Schülerin
=
de leerlinge
die Schülerinnen
=
de leerlingen (meisjes)
die Klasse
=
de klas
die Klassen
=
de klassen
das Klassenzimmer / der Klassenraum
=
het klaslokaal
die Klassenzimmer / die Klassenräume
=
de klasklokalen
der Lehrer
=
de leraar
die Lehrer
=
de leraren
Die Lehrerin
=
de lerares
die Lehrerinnen
=
de leraressen
die Frage
=
de vraag
die Fragen
=
de vragen
die Antwort
=
het antwoord
die Antworten
=
de antwoorden
das Buch
=
het boek
die Bücher
=
de boeken
das Heft
=
het schrift
die Hefte
=
de schriften
die Klassenarbeit
=
het proefwerk
die Klassenarbeiten
=
de proefwerken
die Note
=
het cijfer
die Noten
=
de cijfers
eine (un)genügende Note
=
een (on)voldoende
die Minute
=
de minuut
die Minuten
=
de minuten
die Stunde
=
het (les)uur
die Stunden
=
de (les)uren
die Pause
=
de pauze
die Pausen
=
de pauzes
der Stundenplan
=
het lesrooster
die Hausaufgaben (mv)
=
het huiswerk
der Unterricht
=
het onderwijs / de lessen
der Bleistift
=
het potlood
die Bleistifte
=
de potloden
der Radiergummi
=
de gum
der Stift
=
de pen
die Stifte
=
de pennen
der Kugelschreiber
=
de balpen
die Kugelschreiber
=
de balpennen
die Tasche
=
de tas
die Taschen
=
de tassen
der Taschenrechner
=
de rekenmachine
das Fach
=
het vak
die Fächer
=
de vakken
das Zeugnis
=
het rapport
die Zeugnisse
=
de rapporten