NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
TrabiTour
vwo 3e editie
3 vwo
Textbuch E, Kapitel 13.B
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
ähnlich sehen (+3)
=
lijken op
ärgern
=
irriteren
ein-/ ausschalten
=
aan-/ uitzetten
erschrecken
=
schrikken
fernsehen
=
televisiekijken
fühlen
=
voelen
hassen
=
haten
hoffen
=
hopen
lächeln
=
glimlachen
meinen
=
bedoelen
nennen
=
noemen
nannte
=
noemde
genannt
=
genoemd
nerven
=
op (iemands) zenuwen werken
schreien
=
schreeuwen
schützen
=
beschermen
sich aufregen
=
zich kwaad maken
sich fürchten vor (+3) / Angst haben vor (+3)
=
bang zijn voor
sich schämen für
=
zich schamen voor
sich trauen
=
durven
versuchen
=
proberen
weinen
=
huilen
Werbung machen für
=
reclame maken voor
Diese Sendung nervt mich.
=
Dit programma werkt op mijn zenuwen.
vor dem Fernseher sitzen
=
voor de tv zitten
ähnlich
=
soortgelijk
deshalb
=
daarom
(un)glücklich
=
(on)gelukkig
irgendein
=
één of ander
ja (midden in een zin)
=
immers
jeweils
=
telkens
nämlich
=
namelijk
nervös
=
nerveus / zenuwachtig
spannend
=
spannend
ständig
=
voortdurend
unterschiedlich
=
verschillend
verzweifelt
=
wanhopig
weshalb
=
waarom
wütend
=
woedend
im Fernsehen
=
op televisie
jeden Tag
=
iedere dag
ohne mich
=
zonder mij
die Angst / die Furcht
=
de angst
die Fernbedienung
=
de afstandsbediening
die Fernsehsendung
=
het televisieprogramma
die Fernsehsendungen
=
de televisieprogramma's
das Gefühl
=
het gevoel
die Hoffnung
=
de hoop
die Musiksendung
=
het muziekprogramma
die Musiksendungen
=
de muziekprogramma's
die Spannung
=
de spanning
der Unterschied
=
het verschil
die Unterschiede
=
de verschillen
die Werbung
=
de reclame
die Wiederholung
=
de herhaling