meine Schule	die ausbildung	verschieden
zum Beispiel	es gibt	lernen
insgesamt	das Praktikum	ein Praktikum machen
fertig	gründen	der eigene Betrieb
Ich freue mich darauf.	das Fach / die Fächer	Niederländisch
Mathematik	Sozialkunde	Deutsch
Englisch	Französisch	Spanisch
Wirtschaft	Selbststudium	Technik
sport	auch	praktische Fächer
eigentlich	in der ersten Stunde	in der letzten Stunde
der Unterricht	später	anfangen

verschillend	de opleiding	mijn school
leren	er is / er zijn	bijvoorbeeld
stage lopen	de stage	in totaal
het eigen bedrijf	oprichten	klaar
Nederlands	het vak / de vakken	Ik verheug me erop.
Duits	maatschappijleer	wiskunde
Spaans	Frans	Engels
techniek	zelfstudie	economie
praktijkvakken	ook	gym
in het laatste uur	in het eerste uur	eigenlijk
beginnen	later	de les

überhaupt nicht	der Nebenjob	in der Schule arbeiten
im Büro sitzen	an der Rezeption stehen	im Restaurant bedienen
Waren verkaufen	im Geschäft	die Flugbegleiterin
Passagieren helfen	Essen kochen	im Flugzeug
Reisen buchen	Gäste bedienen	die Heizung reparieren
Die Krankenschwester	im Krankenhaus helfen	in der Küche
du machst ein Praktikum	nette Kollegen	nie
später	manchmal	Herzlich Willkommen
Ich bin F&B-Manager im Hotel.	seit drei Jahren	wir werden etwas tun
Das ist unser Programm.	zuerst	danach
eine halbe Stunde	bis drei Uhr	Gibt es noch Fragen?

op school werken	de bijbaan	helemaal niet
in het restaurant bedienen	achter de receptie staan	op kantoor zitten
de stewardess	in de winkel	goederen verkopen
in het vliegtuig	eten koken	passagiers helpen
de verwarming repareren	gasten bedienen	reizen boeken
in de keuken	in het ziekenhuis helpen	de verpleegkundige
nooit	aardige collega's	je loopt stage
Van harte welkom	soms	later
wij gaan iets doen	sinds drie jaar	Ik ben F&B-manager in het hotel.
dan / vervolgens	eerst	Dat is ons programma.
Zijn er nog vragen?	tot drie uur	een halfuur

Also / dann fangen wir an.	zusammen	besichtigen
dabei	verschiedene Abteilungen	kennenlernen
heute	der Rundgang	die Aufgabe
beschreiben	das Mittagsessen	teilen
die Gruppe	eine Hälfte	der Konferenzraum
dort	hier	der Mitarbeiter
beobachten	eine Frage stellen	können
die Erfahrung	der Eindruck	austauschen
gibt es	Ich wünsche euch viel Spaß!

bezichtigen	samen	Nou / dan gaan we beginnen.
leren kennen	verschillende afdelingen	erbij
de taken	de rondleiding	vandaag
delen	de lunch	beschrijven
de conferentiezaal	een helft	de groep
de medewerker	hier	daar
kunnen	een vraag stellen	observeren
uitwisselen	de indruk	de ervaring
	Ik wens jullie veel plezier!	is er / zijn er