Duits : Nederlands die E-Mail = de e-mail der Gast = de gast Sehr geehrte Damen und Herren, = Geachte dames en heren Tipps zu Freizeitaktivitäten = tips over de vrijetijdsbesteding in der Nähe = in de buurt Vielen Dank im Voraus. = Bij voorbaat dank. Mit freundlichen Grüßen = Met vriendelijke groeten, die gewünschten Informationen = de gewenste informatie die Anfrage = de aanvraag Sport treiben / machen = sporten ins Fitnessstudio gehen = naar de sportschool gaan der Jogger = de jogger die Laufstrecke = de hardlooproute entlang der Ruhr = langs de Ruhr Sie können sich erholen. = U kunt zich ontspannen. die Sauna = de sauna bei einem Saunabesuch = bij een saunabezoek das Einkaufszentrum = het winkelcentrum der Ausflug / die Ausflüge = het uitje / de uitjes die Freizeitaktivitäten = de vrijetijdsbesteding finnisch = Fins Ein kurzer Anruf genügt. = Een kort telefoontje is genoeg. Die Sauna steht für Sie bereit. = De sauna staat voor u klaar. täglich = dagelijks schwitzen = zweten die Gebühr = de betaling / de vergoeding Gegen eine Gebühr von 5,00 Euro. = Tegen betaling van 5 euro. eine Wochen- oder Monatskarte anbieten = een week- of maandabonnement aanbieden Bitte wenden Sie sich an unsere Mitarbeiter. = Neemt u contact op met onze medewerkers. viel unterwegs sein = veel onderweg zijn bereits = reeds Dann erreichen Sie die Blumenuhr. = Vervolgens bereikt u de bloemenklok. gefolgt von = gevolgd door die Umgebung = de omgeving am Empfang = bij de receptie eine detaillierte Beschreibung = een gedetailleerde beschrijving reisen = reizen die Radtour = de fietstocht ein Rad leihen = een fiets huren der Radweg = het fietspad bequem = comfortabel bei Abreise bezahlen = bij vertrek betalen den Koffer packen = de koffer pakken fast alles = bijna alles während Ihres Aufenthalts = tijdens uw verblijf der Einkauf = het winkelen der Saal / die Säle = de zaal / de zalen Machen Sie es sich gemütlich. = Voelt u zich op uw gemak. das Tollste = het tofste einen Rabatt von 20 Prozent = een korting van 20 procent die Sehenswürdigkeit = de bezienswaardigheid die Bildung = het onderwijs / scholing / vorming die Wissenschaft = de wetenschap die Jugend = de jeugd die Wirtschaft = de economie der Wasserturm = de watertoren die Öffnungszeiten = de openingstijden der Einlass = de toegang der Eintrittspreis / die Eintrittspreise = de toegangsprijs / de toegangsprijzen der Erwachsene = de volwassene die Ermäßigung / die Ermäßigungen = de korting / de kortingen die Gruppe = de groep die Voranmeldung = de aanmelding vooraf die Anfahrt = de reis die S-Bahn = de sneltram die Haltestelle = de halte der Bahnhof = het station die Straßenbahn = de tram zu Fuß = te voet das Klassenzimmer = het klaslokaal wegen des Umbaus = vanwege de verbouwing bis einschließlich 29.8.2013 = tot en met 29-08-2013 die Besichtigung = de bezichtiging nach vorheriger telefonischer Terminabsprache = na het vooraf maken van een telefonische afspraak die Einzelperson = enkele persoon Eintritt frei! = Toegang gratis! die Stadtmitte = het stadscentrum Hbf.: Hauptbahnhof = CS: centraal station die Freilichtbühne = het openluchttheater die Altstadt = de oude binnenstad das Wohngebiet = het woongebied der Parkplatz / die Parkplätze = de parkeerplaats / de parkeerplaatsen parken = parkeren der Behindertenparkplatz = de parkeerplaats voor gehandicapten die Sporthalle = de sporthal sieben Minuten Fußweg = zeven minuten lopen kostenfrei / kostenlos = kosteloos die öffentlichen Verkehrsmittel = het openbaar vervoer das Ticket / die Tickets = het ticket / de tickets die Fahrkarte / die Fahrkarten = het kaartje / de kaartjes der Vorverkauf = de voorverkoop der Schüler / die Schüler = de scholier / de scholieren die Familienkarte = het gezinskaartje / het familieticket reisen mit der Bahn / der S-Bahn / der U-Bahn / der Straßenbahn / der Fähre = reizen met de trein / de sneltram / de metro / de tram / de pont reisen mit dem Bus / dem Zug / dem Auto / dem Pkw / dem Fahrrad / dem Motorrad / dem Boot / dem Schiff / dem Flugzeug = reizen met de bus / de trein / de auto / de fiets / de motor / de boot / het schip / het vliegtuig der Lkw = de vrachtwagen zu Fuß = te voet fahren = rijden fliegen = vliegen das Flugticket = het vliegticket der Führerschein = het rijbewijs die Hausordnung = de huisregels Das Rauchen ist untersagt. = Roken is niet toegestaan. das Feuer = het vuur der Gemeinschaftsraum / die Gemeinschaftsräume = de gemeenschappelijke ruimte / de gemeenschappelijke ruimtes der Aufenthaltsraum / die Aufenthaltsräume = de lounge / de lounges die Zubereitung von warmen Speisen und Getränken = het bereiden van warme gerechten en dranken nicht gestattet = niet toegestaan die Benutzung = het gebruik sollte vermieden werden = kan beter achterwege blijven verboten = verboden Besucher empfangen = bezoekers ontvangen die Cafeteria = de cafetaria die Übernachtung = de overnachting sorgen für = zorgen voor die eigenen Sachen = de eigen spullen mitbringen = meebrengen das Tier / die Tiere = het dier / de dieren der Flur = de gang der Feuerlöscher = de brandblusser der Alkohol = de alcohol die Drogen = de drugs streng untersagt = streng verboden die Waffe / die Waffen = het wapen / de wapens der Rauchmelder = de rookmelder an der Decke = aan het plafond die Begleitperson / die Begleitpersonen = de begeleider / de begeleiders nicht erwünscht = niet gewenst das Radio = de radio die Lautsprecher = de luidsprekers der CD-Player = de cd-speler bis zur Abreise = tot aan het vertrek zentral = centraal schlafen = slapen das elektronische Gerät = het elektronische apparaat die Videokamera / die Videokameras = de videocamera / de videocamera's