Mara / wer ist Mara?	Mara ist eine gute Freundin von mir.	Ich habe sie in der Grundschule kennengelernt.
Ich habe sie in der Grundschule vor zehn Jahren kennengelernt.	Ich kenne sie seit zehn Jahren.	Sie ist eine sehr liebe / lustige Persoon.
sie unterhält sich gern mit Leuten / ist sehr offen,	arbeitet in einem Hostel an einer Rezeption,	und geht gerne auf Konzerte.
Ja / das beschreibt Mara eigentlich ganz gut.	Das ist Anna.	Sie geht gern ins Kino.
Sie geht gern shoppen.	Anna ist eine sehr gute Freundin von mir.	die Zwillingsschwester
Er ist ein guter Freund von mir.	Ich habe ihn kennengelernt.	im Fitnessstudio
im Zug	in der Disko	Leo ist mein Cousin.
Sie geht gern feiern.	Sie hat einen Zwillingsbruder.	Sie ist immer für einen da / wenn man sie braucht.
Sie ist sehr offen und super hilfsbereit.	Sie kocht gern für Freunde.	Sie liest gern Zeitschriften.
Sie macht ein Praktikum.	Sie möchte Erzieherin werden.	Sie verreist gern.
Sie weiß genau / was sie machen möchte.	Sie weiß noch nicht so richtig,	was sie später machen möchte.

Ik heb haar op de basisschool leren kennen.	Mara is een goede vriendin van me.	Mara / wie is Mara?
Ze is een heel lief / grappig persoon.	Ik ken haar sinds tien jaar.	Ik heb haar tien jaar geleden op de basisschool leren kennen.
en gaat graag naar concerten.	en werkt in een hostel achter de receptie.	ze praat graag met mensen / is heel open
Ze gaat graag naar de bioscoop.	Dat is Anna.	Ja / dat beschrijft Mara eigenlijk heel goed.
de tweelingzus	Anna is een heel goede vriendin van me.	Ze gaat graag shoppen.
in de sportschool	Ik heb hem leren kennen.	Hij is een goede vriend van me.
Leo is mijn neef.	in de disco	in de trein
Ze is er altijd voor je als je haar nodig hebt.	Ze heeft een tweelingbroer.	Ze gaat graag naar feesten.
Ze leest graag tijdschriften.	Ze kookt graag voor vrienden.	Ze is heel open en super hulpvaardig.
Ze houdt van reizen.	Ze wil peuterleidster worden.	Ze loopt stage.
wat ze later wil doen.	Ze weet nog niet zo goed	Ze weet precies wat ze wil doen.

Wir kennen uns aus der Schule.	Wir kennen uns noch nicht so lange.	Wir kennen uns schon ganz lange.
Wir machen auch echt viel zusammen.	Wir sehen uns jedes Wochenende.	Leo erzählt.
Anna habe ich über meine Cousine kennengelernt.	Ich finde beide sehr nett.	Ich komme prima zurecht.
Ich komme super mit Mara aus.	Ich muss immer lachen / wenn Anna einen Witz macht.	Ich wohne woanders.
Jetzt versuchen wir uns öfter zu treffen.	Mara ist meine Cousine.	Mara ist manchmal etwas zickig.
Mit beiden kann man viel Spaß haben.	Sie sind witzig und offen.	Wir haben uns lange nicht gesehen.
wir sehen uns...	die Eigenschaft	dumm
ehrlich	eifersüchtig	ernst
freundlich	fröhlich	gemein
glücklich	grob	herzlich
höflich	intelligent	komisch

We kennen elkaar al heel lang.	We kennen elkaar nog niet zo lang.	We kennen elkaar van school.
Leo verteld.	We zien elkaar elk weekend.	We doen ook echt veel dingen samen.
Ik kan daar wel tegen.	Ik vind ze allebei heel aardig.	Anna heb ik via mijn nicht leren kennen.
Ik woon ergens anders.	Ik moet altijd lachen als Anna een grap maakt.	Ik kan het super goed met Mara vinden.
Mara is soms een beetje truttig.	Mara is mijn nicht.	Nu proberen we elkaar vaker te zien.
We hebben elkaar lang niet gezien.	Ze zijn grappig en open.	Met allebei kun je veel lol hebben.
dom	de eigenschap	we zien elkaar...
serieus	jaloers	eerlijk
gemeen	vrolijk	vriendelijk
hartelijk	grof / ruw	gelukkig
vreemd	intelligent	beleefd

lebhaft	nervös	neugierig
ordentlich	pünktlich sein	ruhig
sanft	schlau / intelligent	selbstständig
sportlich	sympathisch	traurig
unehrlich	unfreundlich	unglücklich
unhöflich	unintelligent	unordentlich / schlampig
unpünktlich sein	unselbstständig	unsportlich
unsympathisch	unzuverlässig	verschlossen
zuverlässig

nieuwsgierig	nerveus	druk
rustig	stipt zijn / op tijd komen	netjes
zelfstandig	slim	zacht
verdrietig	sympathiek	sportief
ongelukkig	onvriendelijk	oneerlijk
slordig	onintelligent	onbeleefd
onsportief	onzelfstandig	niet op tijd komen / nooit op tijd komen
gesloten	onbetrouwbaar	onsympathiek
		betrouwbaar