Duits : Nederlands der Zulieferer = de toeleverancier ökologisch = ecologisch der Maßstab = de meetlat der Kunststoff = de kunststof entlassen = ontslaan umschulen = herscholen trotz = ondanks allerdings = toch / maar ansonsten = voor de rest das Holzspielzeug = houten speelgoed die Kündigung = het ontslag geringer = minder die zukunft = de toekomst die Schulung = de scholing die Pflicht = de plicht die Mülltrennung = de afvalscheiding verwerten = benutten / hergebruiken unbezahlt = onbetaald / [onbetaalt] Zeit aufbringen = opbrengen künftig = voortaan die Weihnachtskrippe = de kerststal die Firmenpolitik = het bedrijfsbeleid die Spielzeugfabrik = de speelgoedfabriek der Auftraggeber = de opdrachtgever ökologisch = ecologisch pädagogisch = pedagogisch hochwertig = hoogwaardig erlangen = behalen umweltschonend = milieuvriendelijk an der Schulung teilnehmen = de training volgen der Lack = de lak der Zusatz = de toevoeging drastisch senken = drastisch verlagen verschwinden = verdwijnen betriebsbedingte Kündigung = het ontslag vanwege reorganisatie überbringen = overbregen unbezahlt = [onbetaald] / onbetaalt in Anspruch nehmen = een beroep doen aan der Zeitaufwand = de tijdsinvestering der Erhalt = het behoud heimisch = inheems der Entwurf = het ontwerp der Puppenwagen = de poppenwagen die Bauklötze = de bouwblokken vermeiden = vermijden Mitarbeiter einstellen = medewerkers in dienst nemen erfolgreich = succesvol