Duits : Nederlands
Einerseits war es ganz gut / andererseits... = Enerzijds was het wel goed / anderzijds…
Die Aufführung war doch recht enttäuschend. = De uitvoering viel toch wel tegen.
Dank der Qualitäten von... = Dankzij de kwaliteiten van…
Trotz allem fand ich es nicht schlecht. = Ondanks alles vond ik het niet slecht.
die Bühne = het podium
das Dekor = het decor
die Tanzfläche = de dansvloer
die Platte = de plaat
der Komponist = de componist
der Hip-Hop = de hiphop
der Musiker = de musicus
das Klavier = de piano
das Museum = het museum
die Ausstellung = de tentoonstelling
die Sammlung = de collectie
das Kunstwerk = het kunstwerk
die Galerie = de galerie
die Skulptur = het beeld
das Gemälde = de schilderij
die Zeichnung = de tekening
das Porträt = het portret
die Skizze = de schets
die Führung = de rondleiding
der Museumswärter = de suppoost
allererst = allereerst
auch = ook
weiterhin = verder
danach = daarna
zum Schluss = tot slot
schließlich = tenslotte
außerdem = bovendien
erstens = ten eerste
dann = toen
also = dus
zusammenfassend = samenvattend
kurzum = kortom
kurz zusammengefasst = kort samengevat
die Schlussfolgerung = de conclusie
alles zusammen = bij elkaar
meiner Meinung nach = volgens mij
Der Film handelt von einer Familie. = De film gaat om een familie.
Die Hauptfigur im Film spielt sehr überzeugend. = De hoofdrol in de film speelt heel overtuigend.
Die Nebenrollen sind mit unbekannten Schauspielern besetzt. = De bijrollen zijn met onbekende acteurs bezet.
Im Film passieren dauernd unerwartete Ereignisse. = In de film gebeuren voortdurend onverwachte voorvallen.
Die Ereignisse wurden besonders lebensecht dargestellt. = De gebeurtenissen zijn heel levensecht neergezet.
Der Film lässt sich am besten als eine Komödie umschreiben. = De film laat zich het best als komedie omschrijven.
Das Ende des Filmes werde ich dir nicht verraten. = Het eind van de film zal ik je niet verklappen.
Die Fernsehserie besteht aus mehreren Folgen. = De tv serie bestaat uit meerdere afleveringen.