Engels : Nederlands a light = een vuurtje Fighting [against] the enemy. = Vechten [tegen] de vijand. ...how did I [buy] into this shit, = kopen wants us [to build] a proper bridge? = bouwen building = gebouw ..I push a [button]. = knop century = eeuw You pay by inserting a [coin] in the machine. = Je betaalt door een [munt] in de machine te werpen. (to) defend = verdedigen (to) divorce = scheiden exciting = spannend The [farmer]s grow crops for food and keep cows for milk and meat. = boer (to) fight = vechten for example = bijvoorbeeld On both side of the entrance there stood a [guard]. = Aan beide kanten van de ingang stond een [bewaker]. prison = gevangenis public = openbare (to) rob = beroven Soon = spoedig (to) travel = reizen wet = nat You're welcome = graag gedaan