Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • (to) accept = accepteren
  • bargain = koopje
  • This bag is really cheap. It's a bargain.

    Deze tas is echt goedkoop. Het is een koopje.

  • (to) believe = geloven
  • cheap = goedkoop
  • This bag is really cheap. It's a bargain.

    Deze tas is echt goedkoop. Het is een koopje.

  • customer = klant
  • customer / client

    klant

  • low = laag
  • nearest = dichtstbijzijnde
  • (to) offer = aanbieden
  • possible = mogelijk
  • ... as soon as possible ...

    ... zo snel mogelijk ...

  • price = prijs
  • The price of tickets has increased from £100 to £120.

  • receipt = kassabon
  • l'd better sign in and get a receipt.

    kassabon

  • (to) return = terugbrengen
  • store = winkel
  • store / shop

    winkel