Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Engels Nederlands
  • abroad = naar het buitenland
  • decision = besluit
  • decision

    beslissing / besluit

  • especially = vooral
  • being written especially for us.

    vooral

  • (an) experience = ervaring
  • happiness = geluk
  • happiness is essentially peace of mind.

    geluk

  • homesick = heimwee
  • host family = gastgezin
  • originally = oorspronkelijk
  • receive = ontvangen
  • They will receive their awards at a ceremony in Manchester.

    Zij ontvangen hun prijs tijdens een ceremonie in Manchester.

  • strike = opvallen
  • terrific = geweldig
  • unforgettable = onvergetelijk
  • worth = waard
  • My uncle's villa is worth two million pounds.

    De villa van mijn oom is twee miljoen pond waard.

  • youth hostel = jeugdherberg
  • flight = vlucht
  • good time = leuke tijd
  • youth hostel = jeugdherberg
  • annoying = vervelend
  • besides = behalve
  • blow away = wegblazen
  • bored = verveeld
  • bummed out = somber
  • (to) catch up = bijpraten
  • exception = uitzondering
  • luckily = gelukkig
  • pretty = best wel, nogal
  • city trip = stedenreis
  • day off = vrije dag
  • get married = trouwen
  • ruin = ruïne
  • take = nemen, pakken
  • Before Christ = voor Christus
  • bury = begraven
  • cemetery = begraafplaats
  • explanation = uitleg
  • holy = heilig
  • sacred / holy

    heilig

  • lost = verloren
  • naturally = op een natuurlijke manier
  • sacred = heilig
  • sacred / holy

    heilig

  • violet = Paars
  • beeswax = bijenwas
  • beware = pas op
  • buzzer = zoemer
  • clay = klei
  • copper = koper
  • disgusting = walgelijk
  • doll = pop
  • fix = vastmaken
  • fountain pen = vulpen
  • inventor = uitvinder
  • janitor = conciërge
  • nowadays = tegenwoordig
  • backwards = achterover
  • (to) brush = borstelen
  • (a) chunk = stuk
  • cut off = afknippen
  • embarrassment = schaamte
  • (a) fringe = pony
  • (a) hug = omhelzing
  • mistake = fout
  • I made a stupid mistake.

    Ik maakte een stomme fout.

  • pair of scissors = schaar
  • smack into = tegenaan botsen
  • to smack into

    tegenaan botsen

  • towel = handdoek
  • Al. Get me a wet towel.

    handdoek

  • (to) wipe = afvegen, afnemen
  • bus driver = buschauffeur
  • No, no, no, I kill the bus driver.

    buschauffeur

  • (to) sail = zeilen
  • (to) stay = verblijven