Engels : Nederlands business = zaken commercial break = reclame continually = aanhoudend detour = omleiding (to) drop = dalen education = onderwijs equipment = benodigdheden heat wave = hittegolf (to) occur = gebeuren, plaatsvinden (to) organise = organiseren ring road = ringweg spell = periode sports = sport World [temperature]s are 0.6°C higher than 100 years ago. = temperatuur tournament = toernooi My company has a [turnover] of 2 million euros a year. = Mijn bedrijf heeft een [omzet] van 2 miljoen euro per jaar.