Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • sich verabschieden = afscheid nemen
  • sich verabreden / sich treffen = afspreken
  • sich im Café verabreden = in het koffiehuis afspreken
  • danken = bedanken
  • Ich danke Ihnen! = Ik dank u!
  • bedeuten = betekenen
  • bauen = bouwen
  • bestehen auf = erop staan / hameren op
  • wachsen = groeien
  • in Anspruch nehmen = in beslag nemen
  • lesen = lezen
  • überlegen = nadenken
  • lagern = opbergen / stockeren
  • sich umschauen = rondkijken
  • Schauen Sie sich ruhig um. = Kijkt u maar rustig eens rond.
  • sich bewerben um = solliciteren voor
  • streiken = staken
  • ändern = veranderen / wijzigen
  • erhöhen = verhogen / doen stijgen
  • vermieten = verhuren
  • erzählen = vertellen
  • erwarten = afwachten
  • sich bemühen = zich inspannen / zijn best doen