Duits : Nederlands
die Anmeldung = de aanmelding / de registratie / de inschrijving
der Terminkalender = de agenda / het afsprakenboek
die Anzeige = de advertentie
das Verständnis = het begrip
die Behandlung = de behandeling
die Nachricht = het nieuwtje / het bericht
die Besprechung = de bespreking / de vergadering
der Schreibtisch = het bureau (meubelstuk)
die Korrespondenz = de correspondentie
der Monat = de maand
der Nachmittag = de namiddag
die Veranstaltung = het event / het evenement
die Werkstatt = het atelier / de garage
die Viertelstunde = het kwartier
der Alltag = het leven van elke dag
im Alltag = in het dagelijkse leven
die Ecke = de hoek
der Bewerber = de sollicitant (man)
die Bewerberin = de sollicitant (vrouw)
das Viertel = het kwart / de wijk
Viertel nach drei = kwart na vier
die Mahlzeit = de maaltijd
die Mittagspause = de middagpauze
die Möglichkeit = de mogelijkheid
die Neuigkeit = de innovatie / het nieuwtje
das Protokoll = het verslag van een vergadering
die Öffnungszeiten = de openingsuren
die Lösung = de oplossing
die Überstunde = het overuur
die Praxis = de praktijk
das Fenster = het venster
die Tankstelle = het tankstation
die Verspätung = de vertraging
das Beispiel = het voorbeeld
der Vormittag = de voormiddag
die Woche = de week
das Wochenende = het weekend