Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Ruf = de reputatie
  • die Apotheke = de apotheek
  • der Angestellte = de bediende (man)
  • die Angestellte = de bediende (vrouw)
  • die Karriere = de carrière
  • der Katalog = de catalogus
  • die Beratung = het advies / de raad
  • der Inhaber = de eigenaar
  • die Fertigung = de fabricatie / de vervaardiging
  • die Halle = de hal / de zaal
  • der Haupteingang = de hoofdingang
  • das Zimmer = de kamer
  • das Büro = het kantoor
  • der Kunde = de klant (man)
  • die Kundin = de klant (vrouw)
  • der Lärm = het lawaai
  • der Lieferant = de leverancier (man)
  • die Lieferantin = de leverancier (vrouw)
  • die Maschine = de machine
  • das Lager = het magazijn / de opslagplaats
  • die Not = de nood
  • der Umgang = de omgang
  • der Auftrag = de opdracht / de bestelling
  • der Parkplatz = de parkeerplaats
  • die Perspektive = het perspectief
  • die Schicht = de ploeg
  • die Leistung = de prestatie
  • die Produktion / die Herstellung = de productie
  • der Rohstoff = de grondstof
  • das Gehalt = het salaris
  • das Sekretariat = het secretariaat
  • das Praktikum = de stage
  • die Terrasse = het terras
  • die Zeitschrift = het tijdschrift
  • die Herausforderung = de uitdaging
  • das Fachwissen = de vakkennis
  • die Sitzung = de vergadering
  • das Betriebsklima = het bedrijfsklimaat