NL
EN
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Academia Press
Ich hätte eine Frage
A2B1 - 1e editie
IHF Lektion 9 - Substantive
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
der Termin
=
de afspraak
das Abendessen
=
het avondeten
das Bier
=
het bier
der Teller
=
het bord (voeding)
das Schild
=
het bordje (met mededeling)
das Brot
=
het brood / de boterham
die Kneipe
=
het café
der Kuchen
=
de cake
die Schokolade
=
de chocolade
der Nachtisch
=
het dessert
das Getränk
=
het drankje
das Ei
=
het ei
das Essen
=
het eten
das Trinkgeld
=
de fooi
die Pommes
=
de frietjes
das Obst
=
het fruit
das Glas
=
het glas
das Gemüse
=
de groente
der Schinken
=
de ham
der Käse
=
de kaas
der Kaffee
=
de koffie
das Café
=
het koffiehuis
das Mittagessen
=
het middageten / de lunch
die Marmelade
=
de marmelade
die Milch
=
de melk
die Speisekarte
=
de menukaart
das Messer
=
het mes
das Müsli / das Muesli
=
de muesli
der Ober / der Kellner
=
de ober / de kelner (man)
die Serviererin / die Kellnerin
=
de vrouwelijke ober / de vrouwelijke kelner
das Frühstück
=
het ontbijt
die Kartoffel
=
de aardappel
das Problem
=
het probleem
die Rechnung
=
de rekening / de factuur
das Restaurant
=
het restaurant
der Reis
=
de rijst
die Sahne
=
de room
die Soße
=
de saus
die Situation
=
de situatie
der Salat
=
het slaatje
der Aufschnitt
=
het beleg
die Suppe
=
de soep
die Spezialität
=
de specialiteit
die Torte
=
de taart
der Tisch
=
de tafel
der Tee
=
de thee
der Appetit
=
trek
guten Appetit!
=
smakelijk!
der Fisch
=
de vis
das fleisch
=
het vlees
die Gabel
=
de vork
der Wein
=
de wijn
die Wurst
=
de worst
das Geschäftsessen
=
de zakenlunch