Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • die Ankunft = de aankomst
  • die Entfernung = de afstand
  • die Pauschale = de all-in prijs
  • die Unterhaltung = het amusement
  • das Gepäck = de bagage
  • das Untergeschoss = de kelder
  • der Berg = de berg
  • die Bestätigung = de bevestiging
  • die Sehenswürdigkeit = de bezienswaardigheid
  • die Buchung = de boeking
  • das Obergeschoss = de bovenverdieping
  • die Verpflegung = de catering / de verzorging (medisch)
  • die Insel = het eiland
  • der Ausflug = de excursie / het uitstapje
  • die Ausstattung = de faciliteiten / de inrichting
  • das Gebäude = het gebouw
  • die Halbpension = het half pension
  • das Herz = het hart
  • das Erdgeschoss = het gelijkvloers
  • die Gebühr = de kost / de kosten
  • die Lage = de ligging / de locatie
  • der Marktplatz = het marktplein
  • der Empfang = de ontvangst / de receptie
  • die Entspannung = de ontspanning
  • Österreich = Oostenrijk
  • der Ort = de plaats / de plek
  • das Tor = de poort / het doel (voetbal)
  • die Stimmung = de stemming / de sfeer
  • der Skifahrer = de skiër (man)
  • der Skilift = de skilift
  • der Schlüssel = de sleutel
  • der Tourismus = het toerisme
  • der Garten = de tuin
  • das Doppelzimmer = de tweepersoonskamer
  • der Blick = de blik / het uitzicht
  • der Aufenthalt = het verblijf
  • die Vollpension = het vol pension
  • der Wettbewerb = de wedstrijd / de competitie
  • die Weinstube = de wijnbar
  • der Winter = de winter
  • das Schwimmbad = het zwembad
  • im Winter = in de winter
  • im 1. Obergeschoss = op de 1ste verdieping
  • die Skifahrerin = de skiër (vrouw)