NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
TrabiTour
havo-vwo 2e editie
Arbeitsbuch A, Kapitel 1, Aufgabe 9.4
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
der Freund
=
de vriend
die Freundin
=
de vriendin
das Handy
=
het mobieltje
die Autobahn
=
de snelweg
die Raststätte
=
het wegrestaurant
das Hobby
=
de hobby
der Verkehr
=
het verkeer
die Reise
=
de reis
in den Ferien
=
in de vakantie
das Auto
=
de auto
Das macht Spaß.
=
Dat is leuk.
Rad fahren
=
fietsen
Ich fahre Rad.
=
Ik fiets.
abholen
=
ophalen
ankommen
=
aankomen
der Bahnhof
=
het station
jetzt
=
nu
schön
=
mooi, leuk
auch
=
ook
und
=
en
ich spreche
=
ik spreek
ich möchte
=
ik zou graag willen
ich besuche
=
ik bezoek
cool
=
tof, gaaf
interessant
=
interessant
blöd
=
stom
bis dann
=
tot straks
keine Ahnung
=
geen idee