NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
TrabiTour
havo-vwo 2e editie
Arbeitsbuch B, Kapitel 6, Aufgabe 9.4
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
die Apotheke
=
de apotheek
die Drogerie
=
de drogist
der Supermarkt
=
de supermarkt
das Einkaufszentrum
=
het winkelcentrum
das Kaufhaus
=
het warenhuis
der Bäcker
=
de bakker
der Fleischer
=
de slager
der Gemüsehändler
=
de groentewinkel
der Friseur
=
de kapper
der Musikladen
=
de muziekwinkel
das Schuhgeschäft
=
de schoenenwinkel
das Schaufenster
=
de etalage
die Abteilung
=
de afdeling
der Beutel
=
de tas, het zakje
die Größe
=
de maat, de grootte
die Farbe
=
de kleur
die Umkleidekabine
=
het pashokje
die Jeans(-hose)
=
de spijkerbroek
die Hose, die Hosen
=
de broek, de broeken
die Jacke
=
de jas, het jasje, het vest
der Pullover, die Pullover
=
de trui, de truien
die Bluse, die Blusen
=
de blouse, de blouses
das Shirt, die Shirts
=
het shirt, de shirts
der Rock, die Röcke
=
de rok, de rokken
der Schuh, die Schuhe
=
de schoen
der Stiefel, die Stiefel
=
schoenen
die Öffnungszeit
=
de laars, de laarzen
anprobieren
=
de openingstijd
Die Hose passt mir.
=
(kleding) passen
Die Farbe steht dir.
=
De broek zit goed.
umtauschen
=
De kleur staat je goed.
mit der Geldkarte
=
ruilen
bezahlen
=
pinnen