NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
TrabiTour
vwo 2e editie
Arbeitsbuch A, Kapitel 1, Aufgabe 6.3
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
fahren
=
rijden, varen
per Anhalter fahren / trampen
=
liften
das Auto
=
de auto
der Wagen
=
de wagen
das Fahrrad
=
de fiets
Rad fahren
=
fietsen
die Bahn
=
de spoorweg(en)
der Bahnhof
=
het station
der Zug
=
de trein
das Flugzeug
=
het vliegtuig
einsteigen
=
instappen
aussteigen
=
uitstappen
unterwegs
=
onderweg
die Raststätte
=
het wegrestaurant
wie
=
hoe
wo
=
waar
wohin
=
waarheen
woher
=
waarvandaan
die Straße
=
de straat, de weg
der Stau
=
de file
die Autobahn
=
de snelweg
die Ausfahrt
=
de uitrit, afrit (van een snelweg)
schön
=
mooi, leuk
toll
=
gaaf, erg leuk
in Deutschland
=
in Duitsland
aus Österreich
=
uit Oostenrijk
in der Schweiz
=
in Zwitserland