NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
TrabiTour
vwo 2e editie
Arbeitsbuch A, Kapitel 1, Aufgabe 14.3
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
Guten Tag
=
dag, hallo
Entschuldigung
=
sorry, pardon
Ich heiße Jens.
=
Ik heet Jens.
Mein Name ist Jessica.
=
Mijn naam is Jessica.
Ich bin dreizehn Jahre alt.
=
Ik ben dertien.
ich wohne
=
ik woon
ich komme aus
=
ik kom uit
Ich spiele Fußball.
=
Ik voetbal.
warum
=
waarom
besuchen
=
bezoeken
ich möchte
=
ik zou graag willen
gern(e)
=
graag
wieder
=
weer
auch
=
ook
in den Ferien
=
in de vakantie
im Sommer
=
in de zomer
im Juli / im August
=
in juli / in augustus
nach Holland fahren
=
naar Nederland gaan
Spaß machen/toll sein
=
leuk zijn
Das macht mir Spaß.
=
Dat vind ik leuk.
Radfahren macht Spaß.
=
Fietsen is leuk.
Deutsch sprechen
=
Duits spreken
suchen
=
zoeken
Hbf. (/ Hauptbahnhof)
=
CS (/ Centraal Station)
am Bahnhof
=
op het station
ankommen
=
aankomen
abholen
=
ophalen
bis dann
=
tot dan
tschüs
=
dag, doei
auf Wiedersehen
=
tot ziens