Engels : Nederlands
The police never found his [body]. = lichaam
(to) disinfect = desinfecteren
to [get a tattoo] = een tattoo laten zetten
mind = geest
boyfriend = vriendje
(to) bump = stoten
for a [friend] of mine. Bruce Wayne. = vriend
She's not his [girlfriend], she's his sister. = vriendin
hospital = ziekenhuis
What he doesn't know won't [hurt] him. = pijn doen
infected = ontstoken
to [look a bit down] = een beetje somber kijken
painful = pijnlijk
annoying = irritant
bad at = slecht in
even bigger = nog groter
everyone = iedereen
felt sorry = had medelijden
grades = cijfers
[probably] / likely = waarschijnlijk
We're all scared of [shark]s, but they don't kill many people. = haai
weightless = gewichtloos
(to) feel bad = balen
to [feel great] = zich geweldig voelen
to [get over it] = er overheen komen
Her [mood] changes all the time – sometimes she's happy and then she's sad. = stemming
to [pass an exam] = een examen halen
It's all right. I'm gonna be home in an hour. Don't [worry]. = zich zorgen maken
| They [call] me the Seeker || = noemen
colourful = kleurig
They got [married] two years ago. = Twee jaar geleden zijn ze [getrouwd].
In Venezuela, people wear yellow [underwear] under their clothes to bring good luck. = ondergoed
adventurous = avontuurlijk
Can you give me some [advice]? = Kun je wat [advies] geven?
direction = richting
romantic = romantisch
star sign = sterrenbeeld
unexpected = onverwachte
cheerful = vrolijk
curly = krullend
enthusiastic = enthousiast
pretty / [handsome] = knap
I wish I had a [million] euros. = Ik wilde dat ik een [miljoen] euro had.
pretty / beautiful = mooi
I don't think it would be [smart] to spend all your money on sweets.. = Ik denk niet dat het [slim] is om al je geld uit te geven aan snoep.
suit = pak
stunning = ongelooflijk mooi
tie = stropdas
apricot = abrikoos
bar = reep
chips = friet
option / [choice] = keuze
crisps = chips
dried = gedroogd
energy = energie
(to) exercise = bewegen
expert = deskundige
grape = druif
overweight = te zwaar
raisin = rozijn
regular = gewone
(to) skip = overslaan
snack = tussendoortje
strawberry = aardbei
may [taste] like pumpkin pie... = smaken
unsweetened = ongezoete
weight = gewicht
(to) exercise = bewegen
often = vaak
(to) smoke = roken
too = te