Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • einsteigen = instappen
  • aussteigen = uitstappen
  • sich setzen = gaan zitten
  • erklären = uitleggen
  • schlimm = erg
  • zeigen = laten zien
  • gleich = hetzelfde
  • fliehen = vluchten
  • geflohen = gevlucht
  • draußen = buiten
  • die Ausbildung = de opleiding
  • damals = in die tijd / toen
  • verheiratet = getrouwd
  • stinklangweilig = erg saai
  • der Schrank = de kast
  • schön = mooi
  • unten = beneden
  • bevor = voordat
  • das Krankenhaus = het ziekenhuis
  • gemütlich = gezellig
  • entscheiden = beslissen
  • der Einsendeschluss = de sluitingsdatum
  • kontaktfreudig = sociaal
  • benutzen = gebruiken
  • Achtung! = Pas op!
  • einzahlen = storten
  • leiden = uitstaan
  • verlosen = verloten
  • entweder / oder = of
  • der Begriff = het begrip
  • die Stärken = de sterke kanten
  • die Ausstrahlung = de uitstraling
  • der Einzelgänger = de eenling