Duits : Nederlands abhauen = ervandoor gaan / er vandoor gaan jedenfalls = in ieder geval der Zwillingsbruder = de tweelingbroer unbedingt = hoe dan ook der Grund = de reden geeignet = geschikt anständig = netjes zuverlässig = betrouwbaar der Einzelgänger = de eenling sich sehnen nach = verlangen naar das Missverständnis = het misverstand