Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • weinen = huilen
  • geschickt = handig
  • überlegen sein = de baas zijn
  • zurechtmachen = in orde maken
  • erzählen = vertellen
  • der Spaß = de grap
  • das Märchen = het sprookje
  • eifersüchtig = jaloers
  • aufheben = bewaren
  • misstrauisch = wantrouwend
  • leidenschaftlich = hartstochtelijk
  • kapieren = begrijpen / snappen
  • trotzdem = desondanks
  • bitten = verzoeken
  • gebeten = verzocht
  • ungerecht = oneerlijk
  • dennoch = toch
  • zelten = kamperen
  • sich entschließen = besluiten
  • warnen = waarschuwen
  • sich beschäftigen mit = zich bezighouden met
  • der Albtraum = de nachtmerrie
  • wählen = kiezen
  • der Zeuge = de getuige
  • die Entfernung = de afstand
  • die Tatsache = het feit
  • die Ausnahme = de uitzondering
  • die Gegenwart = het heden
  • der Krimi = de detective
  • erforschen = onderzoeken
  • arbeitslos = werkloos / werkeloos
  • erklären = uitleggen / verklaren
  • die Sprache = de taal