NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Malmberg
Na Klar!
Na Klar2-3kgt
Naklar2-3kgt-K4-DN
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
die Abwechslung
=
de afwisseling
ausleihen
=
lenen
die Farbe
=
de kleur
fernsehen
=
televisiekijken
das Gesetz
=
de wet
das Pedal
=
het pedaal
speichern
=
opslaan
die Süßigkeit
=
het snoep / de zoetigheid
zahlreich
=
talrijk
etwas bestimmen
=
iets bepalen / bepalen
der Feiertag
=
de feestdag
der Papst
=
de paus
der Sekt
=
de champagne
sogar
=
zelfs
trotzdem
=
toch / desondanks
zufällig
=
toevallig
allerdings
=
echter
begehrt
=
gewild
fehlen
=
ontbreken
der Hersteller
=
de producent
kaum
=
nauwelijks
Ostern
=
Pasen
die Sonderserie
=
de speciale reeks
das Spielzeug
=
het speelgoed
die Überraschung
=
de verrassing
verschlucken
=
inslikken
aus Versehen
=
per ongeluk
verstecken
=
verstoppen
anzünden
=
aansteken
das Ereignis
=
de gebeurtenis
das Geschäft
=
de winkel
der Grund
=
de reden / de oorzaak
etwas trennen
=
iets scheiden
zerstören
=
vernielen
der Bart
=
de baard
behaupten
=
beweren
benutzen
=
gebruiken
bitten um
=
vragen om
entfernt
=
verwijderd
entwerfen
=
ontwerpen
entworfen
=
ontworpen
erkennen
=
herkennen
genau
=
precies
der Gottesdienst
=
de kerkdienst / de mis / de dienst
das Grab
=
het graf
der Gürtel
=
de riem
Recht haben
=
gelijk hebben / hebben gelijk
schlimm
=
erg
der Stiefel
=
de laars
der Bahnhof
=
het station
der Erdbeerkuchen
=
de aardbeientaart
genauso wie
=
net als
die Hausaufgaben
=
het huiswerk
die Kirschtorte
=
de kersentaart
sonst
=
anders
teuer
=
duur
verschieben
=
uitstellen
etwas vorhaben
=
iets van plan zijn
austauschen
=
uitwisselen
beten
=
bidden
gebetet
=
gebeden
der Frost
=
de vorst
die Hitze
=
de hitte
der Kamin
=
de schoorsteen
die Karotte
=
de wortel
im Kreis der Familie
=
in familiekring / met de familie
selten
=
zeldzaam
der Tannenbaum
=
de kerstboom
die Verwandten
=
de familieleden
die Ziege
=
de geit
der Anpfiff
=
het fluitsignaal als start / de fluit / het fluitje
der Beifall
=
het applaus
brauchen
=
nodig hebben / hebben nodig
fällig
=
te betalen
die Gebühren
=
de tarieven
grundlos
=
zonder reden
künftig
=
toekomstig
die Mannschaft
=
het team
rasant
=
heftig
die Schaltung
=
de schakeling / de overschakeling
der Schreibtisch
=
het bureau
der Verlag
=
de uitgeverij
wählen
=
kiezen
der Zuhörer
=
de luisteraar