Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • aufhören = ophouden
  • darauf achten = erop letten
  • denn = want
  • deshalb = daarom
  • genau = precies
  • manchmal = soms
  • sondern = maar
  • der Streit = de ruzie
  • verbringen = doorbrengen
  • während = tijdens
  • benutzen = gebruiken
  • brauchen = nodig hebben
  • damit = zodat
  • ersetzen = vervangen
  • richtig = juist
  • schon = al
  • die Sicherheit = de veiligheid
  • spät = laat
  • verstehen = begrijpen
  • wenn = als
  • anrufen = opbellen
  • auslösen = veroorzaken
  • ausschalten = uitzetten
  • das Gerät = het toestel
  • höflich = beleefd
  • der Körper = het lichaam
  • die Leinwand = het witte doek
  • der Schauspieler = de acteur
  • schwindlig = duizelijk
  • das Verhalten = het gedrag
  • der Aufenthalt = het verblijf
  • herstellen = produceren
  • führen = leiden
  • die Herausforderung = de uitdaging
  • leider = helaas
  • die Nachrichten = het nieuws
  • schließlich = tenslotte
  • die Wahl = de keuze
  • witzig = grappig