Engels : Nederlands application = toepassing sound / [audio] = geluid (to) charge = opladen [(to) choose] / (to) select = kiezen (to) copy = kopiƫren (to) cut = knippen message = bericht note = aantekening (to) paste = plakken rechargeable = oplaadbaar to [run on] = werken op (to) search = doorzoeken (to) share = delen (to) store = opslaan to [take pictures] = foto's maken [voice] / vote = stem (to) weigh = wegen