Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • das Auto = de auto
  • der Bahnhof = het treinstation
  • der Bus = de bus
  • das Fahrrad = de fiets
  • das Flugzeug = het vliegtuig
  • der Flughafen = het vliegveld
  • der Hafen = de haven
  • das Schiff = het schip
  • die Straßenbahn = de tram
  • das Taxi = de taxi
  • die U-Bahn = de metro
  • der Zug = de trein
  • bewölkt = bewolkt
  • frieren = vriezen
  • das Gewitter = het onweer
  • kalt = koud
  • neblig = mistig
  • der Regen = de regen
  • regnen = regenen
  • schneien = sneeuwen
  • sonnig = zonnig
  • warm = warm
  • wehen = waaien
  • der Wind = de wind