Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • anrufen = opbellen
  • aufhören = ophouden
  • darauf achten / achten darauf = erop letten
  • dauernd = voortdurend
  • denn = want
  • deshalb = daarom
  • genau = precies
  • die Jugendlichen = de jongeren
  • manchmal = soms
  • sondern = maar
  • absichtlich = opzettelijk
  • bis = tot
  • die Umfrage = de enquête
  • eine Weile = een poosje
  • immer = altijd
  • irgendwann = ooit
  • meinen = bedoelen
  • schlimm = erg
  • seitdem = sinds
  • wichtig = belangrijk
  • auslösen = veroorzaken
  • benutzen = gebruiken
  • einschalten = aanzetten
  • höflich = beleefd
  • das Kino = de bioscoop
  • der Körper = het lichaam
  • obwohl = hoewel
  • der Ort = de plaats
  • schwindlig = duizelig
  • stattfinden = plaatsvinden
  • drohen = dreigen
  • die Ecke = de hoek
  • erfüllen = uitvoeren
  • erpressen = chanteren
  • die Hochzeit = de bruiloft
  • der Laden = de winkel
  • ordentlich = netjes
  • das Schild = het bord
  • überraschen = verrassen
  • verbringen = doorbrengen