NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Malmberg
Na Klar!
Na Klar3-4h
Naklar3-4h-K1-DN
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
die Bewertung
=
beoordeling
erleben
=
beleven
das Fernsehen
=
tv
sich freuen
=
blij zijn
gefragt
=
populair
herunterladen
=
downloaden
innerhalb
=
binnen
klettern
=
klimmen
langweilig
=
vervelend
täglich
=
dagelijks
weltweit
=
in de hele wereld
die Werbung
=
reclame
ab jetzt
=
vanaf nu
der Angriff
=
aanval
außerdem / darüber hinaus
=
bovendien
die Beschwerden
=
klachten
eingeben
=
intikken
das Gewürz
=
kruid
die Grippe
=
griep
jetzt
=
nu
die Krankheit
=
ziekte
lindern
=
verminderen
der Suchbegriff
=
zoekopdracht
die Tiefkühltruhe
=
diepvrieskist
trotzdem
=
toch / desondanks
das Virus
=
virus
vorbeugen
=
voorkomen
also
=
dus
die Art
=
soort
ausländisch
=
buitenlands
bar
=
contant
durchaus
=
volstrekt
entsprechend
=
overeenkomstig
der Grund
=
reden
kaum
=
nauwelijks
die Vermittlung
=
bemiddeling
vertreten
=
vertegenwoordigen
die Wahl
=
keuze
achten
=
letten
schließlich
=
tenslotte
die Aktie
=
aandeel
die Anzahlung
=
aanbetaling
einfach
=
gewoon / eenvoudig
einsteigen
=
instappen
das Erste
=
het eerste / net
ordern
=
bestellen
schädlich
=
schadelijk
sicher
=
veilig
die Tagesschau
=
journaal
die Wäsche
=
ondergoed
das Waschpulver
=
wasmiddel
wichtig
=
belangrijk
billig
=
goedkoop
erfahren
=
te weten komen
ernst
=
serieus
die Gelegenheit
=
mogelijkheid
nett
=
aardig
höflich
=
beleefd
leiden
=
uitstaan
anstrengend
=
inspannend
die Menge
=
grote hoeveelheid / hoeveelheid
die Prüfung
=
toets
der Spaß
=
plezier
wählen
=
kiezen
traurig
=
verdrietig
nur
=
slechts
der Unterschied
=
verschil
ursprünglich
=
oorspronkelijk
vorgeschrieben
=
verplicht
weniger
=
minder
die Zukunft
=
toekomst
aufgeregt
=
opgewonden
die Ausbildung
=
opleiding
der Buchstabe
=
letter
der Einfluss
=
invloed
eingebildet
=
arrogant
erfolgreich
=
succesvol
die Geige
=
viool
die Gesangsstunde
=
zangles
der Geschmack
=
smaak
sich gewöhnen
=
wennen
häufig / oft
=
vaak
hauptsächlich
=
vooral
klappen
=
lukken
schätzen
=
waarderen
das Schicksal
=
noodlot / lot
schwärmen
=
dwepen
verstehen
=
begrijpen
sich zanken
=
ruziemaken
zudringlich
=
opdringerig
aussagen
=
zeggen
blass
=
bleek
einhalten
=
zich houden aan
frisch
=
vers
funktionieren / jobben
=
werken
das Geflügel
=
gevogelte
lagern
=
opslaan
der Nutzen
=
nut
wenn
=
als
zuverlässig
=
betrouwbaar
der Anfang
=
begin
der Forscher
=
onderzoeker
das Gemüse
=
groente
die Getränke
=
drankjes
die Laune
=
humeur / stemming
das Obst
=
fruit
zum Schluss
=
ten slotte
verführen
=
verleiden
das Verhalten
=
gedrag
vermitteln
=
tot stand brengen
der Absatz
=
alinea
auskommen
=
overweg kunnen
das Ausland
=
buitenland
das Aussehen
=
uiterlijk
bereits
=
reeds
entscheiden
=
beslissen
die Gänsehaut
=
kippenvel
die Hautfarbe
=
huidkleur
die Langeweile
=
verveling
manch
=
menig / sommige
meinen
=
bedoelen
der Plattenteller
=
draaitafel
die Schallplatte
=
langspeelplaat
schwer
=
zwaar / moeilijk
die Tatsache
=
feit