NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Malmberg
Na Klar!
Na Klar3-4h
Naklar3-4h-K3-DN
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
beobachten
=
waarnemen
täuschen
=
misleiden
schließlich
=
ten slotte
die Beratungsstelle
=
adviesbureau
empfehlen
=
aanbevelen / aanraden
der Entzug
=
ontwenningskuur / het afkicken
fast
=
bijna
gelaunt
=
gehumeurd
gepflegt
=
verzorgd
die Kneipe
=
kroeg
losreißen
=
losrukken
trotz
=
ondanks
überwältigen
=
overmeesteren
vier Jahre her
=
vier jaar geleden
ziehen
=
trekken
beraten
=
adviseren
fortwährend
=
voortdurend
geeignet
=
geschikt
grauenhaft / grausam
=
gruwelijk
das Konto
=
rekening
der Landwirt
=
boer
oft
=
vaak
der Schluss
=
einde / conclusie
die Schmerzen
=
pijn
die Spenden
=
donaties
der Verbraucher
=
consument
abverlangen
=
eisen
ahnen
=
vermoeden
der Ausflug
=
uitstapje
das Ergebnis
=
resultaat
flüssig
=
vloeibaar
der Knochen
=
bot
manchmal
=
soms
rasieren
=
scheren
seitdem
=
sinds
sich treffen
=
elkaar ontmoeten
sogar
=
zelfs
die Zwiebel
=
ui
der Arbeitstag
=
werkdag
berauschend
=
geweldig
die Bescherung
=
uitdelen van cadeaus op kerstavond
die Fete
=
feest
die Gebräuche
=
gewoontes
das Geschenk
=
cadeau
maulen
=
mopperen
ausreichen / reichen
=
voldoende zijn
sauer
=
boos
der Krach / der Streit
=
ruzie
umtauschen
=
ruilen
die Verwandten
=
familieleden
Weihnachten
=
Kerstmis
die Angaben
=
gegevens
anordnen
=
bepalen / gelasten
arbeitslos
=
werkeloos
das Bargeld
=
contant geld
beantragen
=
aanvragen
beschränken
=
beperken
die Erholung
=
herstel
die Fähre
=
veerboot
fehlen
=
ontbreken / missen
die Grube
=
mijn
löschen
=
blussen
orten
=
de plaats bepalen
die Stichprobe
=
steekproef
verletzt
=
gewond
abhängig
=
verslaafd
die Ampel
=
stoplicht
bekloppt
=
gestoord
blöd
=
stom
erträglich
=
dragelijk
erwischen
=
pakken
der Knast
=
gevangenis
ohnmächtig
=
bewusteloos
die Sucht
=
verslaving
wehtun
=
pijn doen
die Zahl
=
aantal
ablehnen
=
afwijzen
der Bekanntenkreis
=
kennissenkring
erkennen
=
inzien
der Schlot
=
schoorsteen
das Taschenbuch
=
pocket
der Vorwurf
=
verwijt
weil
=
omdat
drücken
=
belasten
die Gabe
=
talent
gründen
=
oprichten
ohnehin
=
toch al
ruppig
=
onbeschoft
sich verlassen auf
=
vertrouwen op
vermitteln
=
helpen aan
die Versöhnung
=
verzoening
verzeihen
=
vergeven
ausschlaggebend
=
doorslaggevend
beirren
=
van de wijs brengen
benötigen
=
nodig hebben
ehemalig
=
voormalig
erregen
=
opwinden
das Frühjahr
=
voorjaar
langfristig
=
op lange termijn
das Objekt
=
voorwerp
schröpfen
=
kaalplukken
zudem
=
bovendien