zulk / dergelijk
|
ten uitvoer brengen / bewerkstelligen
|
onderdak geven / plaats bieden aan / herbergen / huisvesten
|
bijvoorbeeld / ongeveer
|
binnenhalen / verwerven
|
momenteel / tegenwoordig
|
overstappen
|
de periode van tien jaar / het decennium
|
garanderen
|
het gebied
|
burgerlijk / civiel
|
het heelal
|
zich haasten
|
inrichten
|
de tijdelijke baan
|
hevig verlangen
|
moeilijk maken
|
ontvangen / krijgen
|
het koekje
|
het eiland
|
aan moeten wennen
|
het aanplakbiljet / de poster
|
rottig / vervelend / naar
|
gratis
|
de spijsvertering
|
de menukaart
|
beschrijven
|
voorspelbaar
|
aankomen (van gewicht) / aankomen
|
reclame maken
|
de kans
|
de opleiding
|
aanvallen
|
de angst / de vrees
|
de immigrant
|
het bestaan / het leven
|
trots
|
het noodlot / het lot
|
het heden / het nu
|
het bos
|
voorbestemd
|
de onzin
|
het contant geld / de cash / het cashgeld
|
aangeschoten
|
zeker
|
de prestatie
|
lelijk
|
het rijbewijs
|
fluiten
|
publiek / in het openbaar
|
mopperen / zeuren
|
het gedrag
|
de aantasting
|
de manifestatie
|
de economie
|
laten zakken
|
publiceren
|
de sector / het gebied
|
de hulpkracht / de hulp
|
de ruzie / de ergernis
|
de vracht / de lading
|
het inzicht
|
de relatie
|
via
|
op tijd
|
verzorgd
|
het sollicitatiegesprek
|
verwaarlozen
|
vrijblijvend / zonder verplichtingen
|
toch / desondanks
|
het examen
|
het briefje
|
ontbreken / missen
|
de toegang / de entree
|
zakken / niet slagen
|
de cursus
|
de reden
|
de kapsalon
|
de stage
|
de schilder
|
de opleidingsplaats
|
binnenkort
|
tevergeefs
|
spijbelen
|
het gewaad
|
aanvullen
|
verwijderen
|
in plaats van
|
grillig / nukkig
|
vaak
|
in de laatste plaats
|
groeien
|
de werkwijze / het procédé
|
vereisen / nodig maken
|
blaffen
|
het doel
|
duur
|
populair
|
de leiding
|
de ruil
|
de trouw
|
snel
|
|
|
de sympathie / de genegenheid
|