Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • aufhetzen = opstoken
  • zeigen = laten zien
  • der Nächste = de volgende
  • verkappt = achter de ellebogen
  • die Fresse = de bek
  • hinterher = er achteraan
  • rauswählen = wegstemmen
  • dämlich = onnozel
  • hässlich = lelijk
  • sich trauen = durven
  • die Lästereien = de roddels
  • herziehen = kwaad spreken
  • der Versager = de looser
  • schmeißen = schoppen
  • hinterhältig = stiekem
  • mies = vuil
  • der Schleimer = de slijmbal
  • nach mir geht = aan mij ligt
  • schnallen = begrijpen
  • zu einem stehen = aan iemands kant staan
  • so was von dämlich = zo onnozel
  • der Penner = de sukkel
  • etwas Hässliches = iets lelijks
  • die Chance = de kans
  • das Publikum = het publiek