Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Erfolg = het succes
  • nur = alleen maar
  • schwierig / schwer = moeilijk
  • der Spaß = het plezier
  • der Unterschied = het verschil
  • verstehen = begrijpen
  • versuchen = proberen
  • weil = omdat
  • wichtig = belangrijk
  • witzig / lustig = grappig
  • brauchen = hebben nodig
  • gemütlich = gezellig
  • genau = precies
  • herausfinden = ontdekken
  • irgendwie = op de een of andere manier
  • irgendwo = ergens
  • krank = ziek
  • lästern = roddelen
  • machen = doen
  • richtig = juist
  • der Schritt = de stap
  • umbauen = verbouwen
  • das Verständnis = het begrip
  • die Verwandten = de familieleden
  • vielleicht = misschien
  • ausfüllen = invullen
  • auswendig = uit het hoofd
  • billig = goedkoop
  • die Ferien = de vakantie
  • die Gesellschaft = de maatschappij
  • leider = helaas
  • der Streit = de ruzie
  • versprechen = beloven
  • wenn = als / wanneer
  • die Anzeige = de advertentie
  • sich beschweren = klagen
  • die Gattung = de soort
  • die Gebühr = het tarief
  • der Kumpel = de vriend
  • das Märchen = het sprookje
  • das Mitglied = het lid
  • die Öffentlichkeit = de openbaarheid
  • der Ort = de plek
  • schade = jammer
  • stolz = trots
  • weh tun = pijn doen
  • zärtlich = teder
  • die Abschwächung = de afzwakking
  • also = dus
  • die Aussage = de uitspraak
  • denn = want
  • erklären = uitleggen
  • der Fehler = de fout
  • die Folge = het gevolg
  • die Fortsetzung = de voortzetting
  • der Gegensatz = de tegenstelling
  • meinen = bedoelen
  • schon = al
  • übereinstimmen = overeenkomen
  • sich zu verhalten = verhouden zich tot elkaar
  • zeigen = laten zien
  • zwar = weliswaar