ablenken	sich anstrengen	begeistert
bestimmt	blöd	die Faulheit
knapp	die Lust	sauber
der Stundenplan	der Abschluss	sich bewerben
die Beziehung	die Bildung	erzählen
jedoch	kämpfen	mal
die Menge	schließlich	schwer
trennen	verpassen	wählen
die Zukunft	außerdem	benutzen

enthousiast	zich inspannen	afleiden
de luiheid	stom	zeker
schoon	de zin	schaars
solliciteren	het eindexamen	het lesrooster
vertellen	de ontwikkeling	de relatie
eens	strijden	echter
moeilijk	tenslotte	een grote hoeveelheid
kiezen	missen	scheiden
gebruiken	bovendien	de toekomst

damals	darauf achten	erklären
lösen	schon	stattdessen
der Streit	zeigen	behaupten
der Bereich	brauchen	die Eltern
erst	die Erziehung	das Gehirn
gerade	nur	der Schmerz
sogar	später	der Unterschied
weil	weiter	ausfüllen
auswendig	billig	die Ferien

uitleggen	erop letten	toen
in plaats daarvan	al	oplossen
beweren	laten zien	de ruzie
de ouders	nodig hebben	het gebied
de hersenen	de opvoeding	pas
de pijn	slechts	recht
het verschil	later	zelfs
invullen	verder	omdat
de vakantie	goedkoop	uit het hoofd

die Gesellschaft	nervig	versprechen
vielleicht	weinen	wenn
die Auswertung	bald	die Begegnung
der Fehler	gelingen	indem
klingeln	reden	sofort
das Verständnis	verstehen	versuchen
die Verzögerung	eine Weile	ziehen

beloven	irritant	de maatschappij
als	huilen	misschien
de ontmoeting	binnenkort	de analyse
doordat	lukken	de fout
meteen	praten	bellen
proberen	begrijpen	het begrip
trekken	een poosje	de vertraging