Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Cousin / der Neffe = de neef
  • der Enkel = het kleinkind
  • die Familie = het gezin
  • geschieden = gescheiden
  • die Geschwister = de broers en zussen / de broers of zussen
  • die Großmutter = de grootmoeder
  • ledig = ongetrouwd
  • der Onkel = de oom
  • der Schwiegervater = de schoonvader
  • der Stiefvater = de stiefvader
  • die Tante = de tante
  • verheiratet = getrouwd
  • die Verwandten = de familie
  • die Witwe = de weduwe