NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Malmberg
Na Klar!
Na Klar4-5v
Naklar4-5v-K4-DN (Nieuw) (Nieuw) (Nieuw)
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
sich beeilen
=
zich haasten
die Entscheidung
=
de beslissing
erkennen
=
inzien
häufig
=
vaak
insbesondere
=
vooral
die Nachhilfe
=
de bijles
völlig
=
helemaal
sich wandeln
=
veranderen
sich zeigen
=
blijken
zuhören
=
luisteren
angesehen
=
gerenommeerd
belegen
=
aantonen
der Buchstabe
=
de letter
dennoch
=
toch
sich einschränken
=
zich beperken
die Geschwindigkeit
=
de snelheid
manchmal
=
soms
quasi
=
als het ware
der Schalter
=
de schakelaar
die Seite
=
de kant
die Stirn
=
het voorhoofd
die Studie
=
het onderzoek
unterlegen sein
=
de mindere zijn van
wählen
=
kiezen
zwangsläufig
=
onvermijdelijk
beobachten
=
bekijken
die Bewältigung
=
de verwerking
bewerten
=
beoordelen
bezeichnen
=
aanduiden
die Empörung
=
de verontwaardiging
heben
=
verhogen
öffentlich
=
in het openbaar
der Proband
=
de testpersoon
vorführen
=
voor de gek houden
der Vorgesetzte
=
de leidinggevende
auskommen mit
=
goed kunnen opschieten met
das Dasein
=
het bestaan
das Defizit
=
het tekort
erzeugen
=
opwekken
das Geräusch
=
het geluid
gutheißen
=
goedkeuren
die Hoffnung
=
de hoop
die Kippe
=
de peuk
die Klausur
=
het proefwerk
das Schicksal
=
het noodlot
stattfinden
=
plaatsvinden
sich überschneiden
=
elkaar overlappen
vermitteln
=
zorgen voor
weder … noch
=
noch … noch
zeitgemäß sein
=
van deze tijd zijn
angeblich
=
zogenaamd
erlauben
=
toestaan
erstaunt
=
verbaasd
die Insel
=
het eiland
los sein
=
aan de hand zijn
das Mal
=
de keer
nachholen
=
inhalen
das Praktikum
=
de stage
Tacheles reden
=
duidelijke taal spreken
der Versuch
=
de poging
achten auf
=
letten op
die Bedeutung
=
de betekenis
sich beschäftigen mit
=
zich bezighouden met
bestätigen
=
bevestigen
erläutern
=
toelichten
sich erweisen als
=
blijken te zijn
der Forscher
=
de onderzoeker
genau
=
precies
gleichzeitig
=
tegelijkertijd
herausfinden
=
ontdekken
lösen
=
oplossen
schlau
=
slim
unterschiedlich
=
verschillend
vorhersehen
=
voorspellen
die Anforderung
=
de eis
aufschieben
=
uitstellen
die Aussicht
=
het vooruitzicht
betrachten als
=
zien als
damals
=
toen
die Ehe
=
het huwelijk
keineswegs
=
helemaal niet
langfristig
=
op de lange termijn
reizvoll
=
aantrekkelijk
im Schnitt
=
gemiddeld
schon
=
al
die Sehnsucht
=
het verlangen
sinken
=
dalen
stattdessen
=
in plaats daarvan
zuletzt
=
tenslotte