Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Abschnitt = de periode
  • abzocken = oplichten
  • anstrengend = inspannend
  • aufgesetzt = gekunsteld
  • sich beschweren = klagen over
  • immerhin = in ieder geval
  • der Lehrgang = de cursus
  • der Nachwuchs = het kroost
  • unverzüglich = onmiddellijk
  • zügig = snel
  • ausziehen = uittrekken
  • bloß = alleen maar
  • die Droge = de drug
  • das Gerät = het apparaat
  • geschweige denn = laat staan
  • der Knochen = het bot
  • kündigen = opzeggen
  • der Oberschenkel = het dijbeen
  • schauen = kijken
  • schwitzen = zweten
  • stemmen = omhoog tillen
  • stolz = trots
  • sich verausgaben = tot het uiterste inspannen
  • vorher = eerst
  • zunehmen = aankomen