NL
EN
FR
DE
ES
IT
inloggen
Woordjes leren
Tips
Werkwijze
Starten
Wozzol
Tips
Werkwijze
Over
Gratis en premium
Wozzol voor scholen
Nieuws
Hoe kan Wozzol je helpen?
Start direct!
Woordjes leren
Teksten leren
Plaatjes leren
Standaard woordenlijsten
Uitleg
Instructievideo’s
Veelgestelde vragen
Artikelen
Wil je meer weten over woordjes leren in een vreemde taal. Laat het ons weten
Neem contact op
Woordenlijst
Woordenlijsten
Duits
Malmberg
Na Klar!
Na Klar4-5v
Naklar4-5v-K2-DN (Nieuw)
Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.
Acties
Lijst openen om te leren
Print de lijst als
flashcards
Lijst exporteren als tekstbestand
Start kamelenrace
Duits
Nederlands
das Anführungszeichen
=
het aanhalingsteken
die Bequemlichkeit
=
het gemak
berufstätig
=
werkzaam
erledigen
=
doen
der Feierabend
=
de vrije tijd na het werk
putzen
=
schoonmaken
schimpfen
=
schelden
schmutzig
=
vuil
sich trennen
=
scheiden
das Verhältnis
=
de relatie
aufweisen
=
bezitten
derzeit
=
op het moment
durchschnittlich
=
gemiddeld
endgültig
=
definitief
erwidern
=
antwoorden
der Kampf
=
de strijd
kaum
=
nauwelijks
der Krebs
=
de kanker
der Schmerz
=
de pijn
spenden
=
doneren
das Spital
=
het ziekenhuis
spritzen
=
spuiten
der Tierschutz
=
de dierenbescherming
das Verständnis
=
het begrip
der Aufzug
=
de lift
der Lärm
=
het lawaai
der Mieter
=
de huurder
der Schrank
=
de kast
der See
=
het meer
der Stock
=
de verdieping
trotzdem
=
toch
umziehen
=
verhuizen
vereinbaren
=
afspreken
weinen
=
huilen
die Ausnahme
=
de uitzondering
die Auswahl
=
de keuze
das Fenster
=
het raam
fordern
=
eisen
der Kunde
=
de klant
der Müll
=
het afval
rasch
=
snel
der Schritt
=
de stap
skurril
=
vreemd
das Verhalten
=
het gedrag
verlassen
=
verlaten
die Verschwendung
=
de verspilling
versuchen
=
proberen
weltweit
=
over de hele wereld
die Zahl
=
het getal
das Dachgeschoss
=
de zolderverdieping
einsparen
=
bezuinigen
der Enkel
=
de kleinzoon
entsetzt
=
verontwaardigd
frech
=
brutaal
fündig werden
=
iets vinden
gründen
=
oprichten
heiraten
=
trouwen
die Umwelt
=
het milieu
verringern
=
verminderen
ablehnen
=
afwijzen
ansässig
=
woonachtig
ausreichend
=
voldoende
die Erholung
=
de ontspanning
die Ernährung
=
de voeding
ersetzen
=
vervangen
geeignet
=
geschikt
die Krankenkasse
=
het ziekenfonds
der Lebensgefährte
=
de partner
bedrohlich
=
bedreigend
die Begründung
=
de motivering
behaupten
=
beweren
ebenfalls
=
ook
einmalig
=
uniek
entsprechen
=
overeenkomen met
jedoch
=
echter
schließen aus
=
concluderen uit
die Schlussfolgerung
=
de conclusie
die Steigerung
=
de versterking
die Ungewissheit
=
de onzekerheid
während
=
terwijl