Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Herbst = de herfst
  • der Frühling = de lente
  • der Winter = de winter
  • der Sommer = de zomer
  • die Saison - die Saisons = het seizoen
  • lächerlich = belachelijk
  • einsam = eenzaam
  • frustrieren = frustreren
  • bescheuert = gestoord
  • witzig = grappig
  • kindisch = kinderachtig
  • weh tun = pijn doen
  • enttäuscht = teleurgesteld
  • gegenseitig = wederzijds