Wozzol

Controleer altijd of een woordenlijst correct is voordat je hem gaat leren.

  • Duits Nederlands
  • der Job = de baan
  • das Gehalt = het salaris
  • der Arbeitgeber = de werkgever
  • die Arbeitszeit = de werktijd
  • das Konto = de bankrekening
  • bar = contant
  • der Geldautomat = de pinautomaat
  • sparen = sparen
  • die Ausgabe = de uitgave
  • die Fachhochschule = de hogeschool
  • die Ausbildung = de opleiding
  • das Praktikum = de stage
  • nett = aardig
  • ehrgeizig = ambitieus
  • hilfsbereit = hulpvaardig